Waarom men terreurorganizaties geen verzetsbewegingen moet noemen
Palestijnse terreur begon lang voordat er sprake was van "bezette gebieden"
12.07.2004
aan de redactie van het NOS-journaal,
Geachte redactie,
Afgelopen week liet nieuwslezer Jeroen Overbeek de kijkers van het NOS-journaal weten dat Israëlische troepen een lid van een Palestijnse verzetsbeweging gedood hadden.Het lijkt het mij juist u er op te wijzen dat het gebruik hier door uw journaalredactie van de uitdrukking 'verzetsbeweging' voor leden van Palestijnse terreurcommando's erg bezijden de waarheid is en een totaal verkeerde indruk geeft van de situatie in het Midden-Oosten.
De verklaring en legitimering van de verschillende, zelfs wereld-wijd opererende, Arabisch/Palestijnse terreurbewegingen, als verzetsbewegingen tegen Israël's 'bezetting' vanaf 1967, ontbeert elke onderbouwing.
Maar als men/u vind dat 'het verzet' van deze Palestijns terreurorganisaties een gerechtvaardige reactie is op de Israëlische verovering van Palestijnse gebieden in 1967, dan is het nuttig om kennis te nemen van de volgende feiten:
1. In 1959 (!) werd El Fatah opgericht.
2. De PLO (Palestine Liberation Organization) werd in mei 1964 in Cairo opgericht door de Arabische Liga.
3. El Fatah voerde in 1965 - 1967 122 terreuracties in Israël uit.
4. Aan de vooravond van de 3e Israëlisch-Arabische oorlog, legde Shukeiry, voorzitter van de PLO, de gevolgen van een Arabische overwinning voor de Israëli's uit aan de pers: "Degenen die overleven, zullen blijven in Palestina. Ik schat dat geen van hen zal overleven."
Het interessante aan deze, voor u wellicht nieuwe, feiten, wordt zichtbaar wanneer men de implicaties ervan beseft: Palestijnse terreur als logische reactie op Israëlisch bestuur betekent dat Palestijnse 'verzet' na 1967 is ontstaan. Bovendien is dergelijke 'verzet' niet tegen Joden maar tegen Israël en haar staatsburgers gericht. Helaas, vanaf het begin van de Joodse immigratie naar Palestina (1882) zijn Joden slachtoffer geweest van Arabische terreur. De eerste berichten hierover dateren al uit 1885, toen er nog geen sprake was van een machtig Israëlisch leger maar slechts 12 Joodse nederzettingen met in totaal 2000 bewoners.
Volgens sommigen is het zaak om leugens vooral zo vaak mogelijk te verkondigen: de toehoorders gaan ze vanzelf geloven. Journalistiek heeft een ander taak. Gedegen historische kennis, die verder gaat dan waar de gemiddelde journaalkijker over beschikt, is hiervoor onontbeerlijk.
S.de Leeuw
Hoofddorp
|